De handel op de landen aan de Oostzee was de basis van de Nederlandse economie van de Gouden Eeuw en werd daarom “moedernegotie” genoemd. Nederlandse schepen namen o.a. zout en haring mee en ze kwamen vooral met graan en hout terug. Hoewel de grootste handelsondernemingen in Amsterdam gevestigd waren, was de Oostzeehandel vooral een zaak van de regio. Eeuwenlang heeft een belangrijk deel van de bevolking van Noord-Holland, Friesland en Groningen er zijn brood mee verdiend. In de lezing zullen we een aantal Oostzeehavens en -steden aandoen.
Bekijk de lezing hieronder.